Homepage CL → Collectie Foto's CL → Zoekresultaat |
Aantal gevonden foto's : 579 (uit: 8865)
Getoond wordt foto : 181 t/m 210 |
Begin Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Volgende Eind
Klik op foto voor vergroting en meer informatie
181. |
![]() |
Database nr.: 08398 (evenementen/08398.jpg)
Foto's uit archief van Dirk Bosch Wognum (onbekend) NKJB. Namen en gelegenheid van deze foto zijn onbekend. |
182. |
![]() |
Database nr.: 08510 (evenementen/08510.jpg)
Fotoboeken fam. Dirk Saal Onbekend (onbekend) In de nalatenschap van Dirk Saal bevinden zich enige fotoboeken. Op deze foto staat Antje Pater Jd. |
183. |
![]() |
Database nr.: 08516 (evenementen/08516.jpg)
Fotoboeken fam. Dirk Saal Onbekend (onbekend) In de nalatenschap van Dirk Saal bevinden zich enige fotoboeken. Op deze foto staat L. Saal-Kay |
184. |
![]() |
Database nr.: 08557 (evenementen/08557.jpg)
Fotoboeken fam. Dirk Saal Onbekend (onbekend) In de nalatenschap van Dirk Saal bevinden zich enige fotoboeken. Op deze foto staat Jacob Kuilman Willemszoon |
185. |
![]() |
Database nr.: 08565 (evenementen/08565.jpg)
Fotoboeken fam. Dirk Saal Onbekend (onbekend) In de nalatenschap van Dirk Saal bevinden zich enige fotoboeken. Op deze foto staat A.J. Boxman |
186. |
![]() |
Database nr.: 08574 (evenementen/08574.jpg)
Fotoboeken fam. Dirk Saal Onbekend (onbekend) In de nalatenschap van Dirk Saal bevinden zich enige fotoboeken. Op deze foto staat Tr. Koster-Slagter, echtgenote van J.Koster |
187. |
![]() |
Database nr.: 08576 (evenementen/08576.jpg)
Fotoboeken fam. Dirk Saal Onbekend (onbekend) In de nalatenschap van Dirk Saal bevinden zich enige fotoboeken. Op deze foto staat Jantje Willems |
188. |
![]() |
Database nr.: 08591 (evenementen/08591.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Nibbixwoud (onbekend) Dorpsstraat 7 Rond 1924 kwam Jan Zeinstra vanuit Harlingen zijn geluk beproeven in Noord-Holland. Als schildersknecht trad hij in dienst bij huisschilder Klaas Bosch in Nibbixwoud. Jan was toen nog vrijgezel, het meisje waar hij verkering mee had, bleef in Friesland. Al snel vond Jan een kosthuis in Nibbixwoud. In die jaren bouwde hij ook een goede band op met de familie Weel. Een groot en gezellig gezin met veel kinderen, waar hij altijd welkom was. Het werk bij Klaas Bosch en het leven in Nibbixwoud bevielen Jan goed en er werden plannen gemaakt voor de toekomst. Na ruim een jaar kon hij een woonhuis van Klaas Bosch huren op de Dorpsstraat 37 in Nibbixwoud. Hij haalde zijn geliefde uit Friesland, zij trouwden en betrokken de huurwoning aan de Dorpsstraat. Ondanks de moeilijke tijd hadden ze het naar hun zin, maar bij Jan leefde toch ook het gevoel om voor zichzelf te beginnen. Na ruim twee jaar waagde hij de sprong en begon hij als zelfstandig schilder. Hij wist een paar flinke klanten van Bosch aan zich te binden, wat bij Bosch toch op z’n minst wat kwaad bloed zette. Toch kon Jan met zijn gezin in de huurwoning blijven. De verhouding met zijn oud-werkgever was echter danig bekoeld. In de crisisjaren was het niet altijd even makkelijk om als zelfstandige aan voldoende werk te komen. In die tijd werden werkzaamheden van kerk en gemeente bij toerbeurt gegund aan de plaatselijke ambachtslieden. Het was echter opvallend dat in het jaar dat Zeinstra aan de beurt was, er veelal geen schilderwerk bij gemeente of kerk te doen was. Het was gebruikelijk dat er eens per jaar rekeningen uitgeschreven en bezorgd werden bij de opdrachtgevers. Soms werd er meteen betaald, maar vaak ook moest men lang op het verdiende loon wachten. Daardoor kreeg Jan Zeinstra in 1940 ernstige geldproblemen zodat hij de huur van de woning niet kon betalen. Klaas Bosch vond dit een goede reden om de huur op te zeggen en het gezin kwam op straat te staan. De gemeente Nibbixwoud greep in en vorderde een huisje op Dorpsstraat 7. Het was een oude, kleine en bouwvallige woning. De vorige bewoners, de familie Verlaat, waren al enige tijd geleden vertrokken. Toch werd hier in het begin van de oorlogsjaren de basis gelegd van Jans schildersbedrijf. Het waren moeilijke jaren. Allerlei levensbehoeften, maar ook grondstoffen waren schaars. Jan Zeinstra had een overeenkomst met Dirk Ruiter die een flinke hoeveelheid lijnolie op een verborgen plaats in opslag had. Jan maakte deel uit van de nachtwacht, zodoende kon hij informatie bemachtigen die hij weer doorgaf aan de ondergrondse. Na de oorlog wist Jan Zeinstra veel werk te bemachtigen van de domeinen in de Wieringermeer. Immers, door de onderwaterzetting van de Meer was daar behoorlijk wat te herstellen. Het bedrijf had in die periode vier tot vijf man personeel in dienst. Zoon Jan jr. werkte ook al snel in de zaak van zijn vader, tegen kost, inwoning en zakgeld. Het gezegde was altijd: ‘Jan neemt het bedrijf van vader over, want die heeft er altijd voor gewerkt.’ De oudste van de zeven kinderen in het gezin Zeinstra was dochter Anna. In 1950 kreeg zij verkering met Wim Homan, een man met echte handelsgeest. Misschien was dat wel een van de oorzaken van zijn problemen met de medekostgangers in het huis waar hij verbleef. Na wat soebatten besloot Anna’s moeder dat Wim bij de Zeinstra’s in de kost mocht komen. Natuurlijk moest er een apart kamertje vrijgemaakt worden, vanwege de verkering was dat een voorwaarde. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. |
189. |
![]() |
Database nr.: 08741 (evenementen/08741.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Nibbixwoud (onbekend) Ganker 48. Krantenartikel, Jaap Schoenmaker en zijn vrouw vol trots voor hun winkel, links de T-Ford, 1939. Boerenzoon Jaap Schoenmaker had weinig zin in het werk op de boerderij waar hij opgroeide. Hij had wel handelsgeest, op jonge leeftijd begon hij met het venten van kaas in Nibbixwoud en omgeving. Hij verkocht de kaas die gemaakt werd op de boerderij van zijn vader. Dit werd de basis voor zijn latere ondernemerschap. Jaap trouwde in 1936, toen hij 24 jaar was, met Trien Meester uit Onderdijk. Hij had haar leren kennen op een van de routes tijdens het kaas venten. Jaap en Trien gingen wonen op de Ganker 48. Daar hadden zij een woning met winkel laten bouwen. Op het winkelraam stond geschreven: ‘Boter, Kaas, Eieren en Comestibles’, een tekst die ook in de openingsfolder stond. Jan Schoenmaker sr., de vader van Jaap, bezat begin jaren dertig al een luxe-auto. Die werd ook gebruikt om naar de markt in Den Helder te rijden om daar boter, kaas en eieren aan de man te brengen. Een activiteit die ze in de familie ruim vijftig jaar volhielden. Met de luxe-auto werden ook op bescheiden schaal taxiritjes gedaan, dat was het begin van een belangrijke tak van het bedrijf. Tijdens de oorlogsjaren lag de zaak enige jaren stil want er was niets meer te koop. De auto werd verstopt onder het hooi op de boerderij, om inbeslagname te voorkomen. In de jaren vijftig stapten de zonen Nic en Hans zo vanuit de schoolbanken het winkelbedrijf in. ‘Heel normaal in die tijd’, vertelde Nic, ‘van kinds af aan hielp je mee in het bedrijf van je vader. We deden allerhande werkzaamheden, zoals magazijnwerk, boekjes ophalen, rondvragen, boodschappen wegbrengen en helpen op de markt.’ Die werkervaring kwam de broers goed van pas, want in 1960 overleed vader Jaap op 48-jarige leeftijd. Toen stonden zij er alleen voor. De oudste zoon Jan werkte toen al in het taxibedrijf, dat breidde steeds meer uit. Nic en Hans pakten de zaken voortvarend aan: ze stapten als een van de eersten in de regio over op de supermarktformule. In 1968 stapte Trien Schoenmaker-Meester uit het bedrijf. Toen werd de officiële naam Gebr. Schoenmaker. Een flinke uitbreiding van de winkel vond plaats in 1970 en 1980, ook het taxivervoer en het vervoer met personenbusjes nam een grote vlucht. In de bloeiperiode van de jaren zestig en zeventig reden er 27 voertuigen van de Gebr. Schoenmaker in het rond en waren er 16 chauffeurs in dienst. In 1980 kwam er een postkantoor in de winkel, dat werd in een later stadium verplaatst naar de benzineshop. In 1987 stopte de supermarkt, gevolgd door het taxibedrijf in 1989. In de winkelruimte vestigde Niek op den Kelder zijn verzekeringskantoor, het taxibedrijf werd verkocht aan Jonk Cars uit Purmerend, waar al mee samengewerkt werd. Nic en zijn vrouw Trees bleven het benzinestation en het postkantoor bemannen tot 1995. Het pand met benzinestation werd toen verkocht aan Piet en Paula Spijker die hier tot ongeveer 2001 woonden en werkten. Piet Spijker emigreerde, hij verkocht het verhuurde gedeelte (de voormalige winkel) aan de huurder, Tandtechnisch Centrum Pieterse. De woning met benzinestation werd verkocht aan Marees, die de pompen ombouwde tot een onbemand benzinestation. Daarna hebben verschillende huurders/bewoners geprobeerd in de benzineshop iets van de grond te krijgen, bijvoorbeeld een motorkledingshop en een planten- en bloemenshop, maar het bleken eendagsvliegen te zijn. Tegenwoordig zit tandtechnieker Pieterse nog steeds in het gedeelte dat voorheen supermarkt was. De naam van de zaak veranderde in Pieterse Prothetisch Laboratorium. De woning wordt sinds enkele jaren bewoond door Mascha Vlasma. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. |
190. |
![]() |
Database nr.: 08745 (evenementen/08745.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Nibbixwoud (onbekend) Ganker 48. Het echtpaar Nic en Trees, bij de pomp en hun woning, 1988. Boerenzoon Jaap Schoenmaker had weinig zin in het werk op de boerderij waar hij opgroeide. Hij had wel handelsgeest, op jonge leeftijd begon hij met het venten van kaas in Nibbixwoud en omgeving. Hij verkocht de kaas die gemaakt werd op de boerderij van zijn vader. Dit werd de basis voor zijn latere ondernemerschap. Jaap trouwde in 1936, toen hij 24 jaar was, met Trien Meester uit Onderdijk. Hij had haar leren kennen op een van de routes tijdens het kaas venten. Jaap en Trien gingen wonen op de Ganker 48. Daar hadden zij een woning met winkel laten bouwen. Op het winkelraam stond geschreven: ‘Boter, Kaas, Eieren en Comestibles’, een tekst die ook in de openingsfolder stond. Jan Schoenmaker sr., de vader van Jaap, bezat begin jaren dertig al een luxe-auto. Die werd ook gebruikt om naar de markt in Den Helder te rijden om daar boter, kaas en eieren aan de man te brengen. Een activiteit die ze in de familie ruim vijftig jaar volhielden. Met de luxe-auto werden ook op bescheiden schaal taxiritjes gedaan, dat was het begin van een belangrijke tak van het bedrijf. Tijdens de oorlogsjaren lag de zaak enige jaren stil want er was niets meer te koop. De auto werd verstopt onder het hooi op de boerderij, om inbeslagname te voorkomen. In de jaren vijftig stapten de zonen Nic en Hans zo vanuit de schoolbanken het winkelbedrijf in. ‘Heel normaal in die tijd’, vertelde Nic, ‘van kinds af aan hielp je mee in het bedrijf van je vader. We deden allerhande werkzaamheden, zoals magazijnwerk, boekjes ophalen, rondvragen, boodschappen wegbrengen en helpen op de markt.’ Die werkervaring kwam de broers goed van pas, want in 1960 overleed vader Jaap op 48-jarige leeftijd. Toen stonden zij er alleen voor. De oudste zoon Jan werkte toen al in het taxibedrijf, dat breidde steeds meer uit. Nic en Hans pakten de zaken voortvarend aan: ze stapten als een van de eersten in de regio over op de supermarktformule. In 1968 stapte Trien Schoenmaker-Meester uit het bedrijf. Toen werd de officiële naam Gebr. Schoenmaker. Een flinke uitbreiding van de winkel vond plaats in 1970 en 1980, ook het taxivervoer en het vervoer met personenbusjes nam een grote vlucht. In de bloeiperiode van de jaren zestig en zeventig reden er 27 voertuigen van de Gebr. Schoenmaker in het rond en waren er 16 chauffeurs in dienst. In 1980 kwam er een postkantoor in de winkel, dat werd in een later stadium verplaatst naar de benzineshop. In 1987 stopte de supermarkt, gevolgd door het taxibedrijf in 1989. In de winkelruimte vestigde Niek op den Kelder zijn verzekeringskantoor, het taxibedrijf werd verkocht aan Jonk Cars uit Purmerend, waar al mee samengewerkt werd. Nic en zijn vrouw Trees bleven het benzinestation en het postkantoor bemannen tot 1995. Het pand met benzinestation werd toen verkocht aan Piet en Paula Spijker die hier tot ongeveer 2001 woonden en werkten. Piet Spijker emigreerde, hij verkocht het verhuurde gedeelte (de voormalige winkel) aan de huurder, Tandtechnisch Centrum Pieterse. De woning met benzinestation werd verkocht aan Marees, die de pompen ombouwde tot een onbemand benzinestation. Daarna hebben verschillende huurders/bewoners geprobeerd in de benzineshop iets van de grond te krijgen, bijvoorbeeld een motorkledingshop en een planten- en bloemenshop, maar het bleken eendagsvliegen te zijn. Tegenwoordig zit tandtechnieker Pieterse nog steeds in het gedeelte dat voorheen supermarkt was. De naam van de zaak veranderde in Pieterse Prothetisch Laboratorium. De woning wordt sinds enkele jaren bewoond door Mascha Vlasma. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. |
191. |
![]() |
Database nr.: 08747 (evenementen/08747.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Nibbixwoud (onbekend) Ganker 50. Jan Verbeek als olieventer. Tot 1920 was het pand Ganker 50 in gebruik als café met doorrijstal. Het pand werd in dat jaar gekocht door Pieter Komen, 66 jaar oud, tuinder van beroep, die er ging wonen. Hij overleed in 1935 en zijn vrouw overleed in 1946. In 1948 werd het pand in drieën gedeeld voor hun drie zonen Piet, Niek en Arie. Toen pas verdwenen de doorrijstal en de bedsteden. De drie woningen stonden nog wel onderling met elkaar in verbinding. De broers Arie en Niek vertrokken naar Canada en Piet werd eigenaar van het hele pand. Hij bleef in het linkerdeel wonen en verhuurde de middenwoning in 1959 aan de familie Nagelhout. Het rechterdeel verkocht hij aan Jan Verbeek. In 1963 verbouwde Piet het pand en kwam de middenwoning te vervallen. Interview met Jan en Jannie Verbeek, 2011. Jan werd geboren op Ganker 46. Zijn vader Kees had daar een winkel en verkocht fietsen, kachels, radio’s, televisies, stofzuigers en wasmachines. Hij was ook fietsenmaker en elektricien en deed in waterleiding, riolering en dakbedekking. Dat Jan naar de ambachtsschool ging, was dus niet zo vreemd. Hij deed de opleiding elektricien en behaalde ook een diploma voor rijwielhersteller. Intussen kon hij thuis best aan de slag, want er was meer dan voldoende werk. Jannie Louter kwam voor een dag in de week als hulp in de huishouding. Toen Jannie later ging werken in een verzorgingshuis, sloeg de vonk over. Ze besloten te trouwen en een huis te zoeken waar een eigen bedrijfje kon worden gestart. Het oog viel op Ganker 50. Daar woonden de drie broers Piet, Arie en Niek Komen. Arie en Niek waren inmiddels geëmigreerd naar Canada. Piet wilde eigenlijk niet verkopen, maar verhuurde het rechtergedeelte van het pand voor ƒ 6,50 per week. Later mochten Jan en Jannie het toch kopen. Ze trouwden op 16 september 1959. Het linker gedeelte van het pand bleef eigendom van Piet Komen. Anno 2013 woont zijn zoon Peter Komen daar. In januari 1958 nam Jan een oliewijkje over van Arie Haring die op Het Woud woonde. Arie werd melkboer in Hoorn. Jan begon te venten met blikjes olie van vier liter voor 88 cent. Er stonden wel 25 blikken op de bakfiets. In die tijd werden wasketels met water op vierpits petroleumstellen opgewarmd. Later kwamen ook de oliekachels. In 1962 werd een oliezaak in Stedebroec overgenomen. 1963 was een gouden jaar: van kerstmis 1962 tot maart 1963 vroor het dat het kraakte met temperaturen van min 15 tot min 18 graden. Jan vertelt: ‘De mensen kwamen met emmers om petroleum, het was niet aan te slepen. Inmiddels was er wel een bestelbus, een Ford Transit, aangeschaft, maar die wilde door de vorst de meeste dagen niet starten. Buurman Cor Doodeman was dan zo bereidwillig om de bus op te trekken. Zaterdags kreeg hij een doos sigaren voor de spontane hulp. Jack Louter hielp die winter ook mee.’ In 1965 werd een nieuwe Volkswagen-bestelbus gekocht voor ƒ 5990,-. ‘Gerard Admiraal, onze buurjongen van de overkant, zat nog op school, maar hij ging in al zijn vrije uurtjes op woensdag en zaterdag mee venten. Dat was wel handig want we verkochten niet alleen olie maar ook wasmiddelen zoals Abro, Presto, SB-crackfree, Castella, Persil, Radion, Sunlight en Dixan. Vaak werden er meer producten verkocht als er iets gratis bij zat, zoals een vat Dixan met een badhanddoek of drie stukken Palmolive-zeep met een washandje voor de prijs van 99 cent. Dozen vol werden daarvan verkocht.’ Gerard herinnert zich dat ook deze bus zijn kuren had bij heel koud weer. Dan sloeg de motor af en moest-ie aangeduwd worden. Gerard aan de achterkant duwen en Jan aan de zijkant. Wanneer de bus vaart had er gauw inspringen en in de versnelling zetten, dan reed-ie weer. Vaak lieten ze de motor bij de klant voor de deur doorlopen, als ze de spullen gingen verkopen. De handel in de olie liep goed totdat het aardgas kwam. Jan stopte er toen mee. Hij verkocht Ganker 50 en liet een nieuw huis bouwen op Ganker 11. Daar ging hij nog een hele tijd door met het repareren van fietsen. Hij werkte bij fietsenhandel Van Vliet in Hoorn. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. |
192. |
![]() |
Database nr.: 08761 (evenementen/08761.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Nibbixwoud (onbekend) Het Woud 10. Ellie maakt een bloemstuk voor een klant, 1988. Floridus is de naam van dit bedrijf en eenieder zal begrijpen dat die naam met bloemen en planten te maken heeft. De letterlijke betekenis is ‘bloemrijk’. Deze bedrijfsnaam bestaat al sinds 1972, aanvankelijk als aanduiding van een bloemen- en tuinzaak te Hilversum. Eigenaar Cor Hoogland hield zich in die tijd voornamelijk bezig met relatief grote en exclusieve tuinen in ‘t Gooi. Maar als geboren en getogen West-Fries was hij ook bekend in die regio, dus ook daar werden met een zekere regelmaat tuinen aangelegd. In 1977 overleden de ouders van Cor en het woonhuis en bedrijf kwamen beschikbaar. Cor en zijn vrouw Ellie verhuisden naar Nibbixwoud. Van toen af aan begon de geleidelijke opzet van de bloemisterij en tuinspeciaalzaak op de huidige plek aan Het Woud. In april 1979 was de officiële opening. Samen met zijn vrouw en twee vaste medewerkers runde Cor het bedrijf waar ook een kwekerij en hoveniersactiviteiten aan verbonden waren. Omdat de bloemisterij een steeds belangrijker onderdeel vormde, ging Ellie naar de vakschool. In 1982 haalde ze haar vakdiploma. Al heel snel voldeed de winkel, die was ondergebracht in een kweekkas, niet meer aan de eisen van de tijd. Er werd een nieuwe winkel gebouwd van 225 m² met daarachter de bloembinderij, de kantine en magazijnruimte in de schuur. Ook werd er een flinke buitenruimte ingericht voor de verkoop van tuinplanten. In 1984 vond de heropening plaats. Gelijktijdig werd ook de aansluiting bij Fleurop Nederland een feit. Hierdoor kon men bloemenorders verzorgen waar ook ter wereld. In 1986 behaalde Ellie het certificaat Meester in de bloemsierkunst, de hoogste graad in dit vak. Om haar creativiteit volledig tot zijn recht te laten komen, werd in 1993 bloemisterij De Oude Stal in Blokker overgenomen. Die zaak ging verder als filiaal van Floridus. Ellie zwaaide de scepter in Blokker, dochter Miranda in Nibbixwoud en Cor deed de afdeling tuinen. Op dat moment waren er zeven mensen fulltime actief in het bedrijf. De kwekerij had inmiddels afgedaan, de hovenierstak maakte echter een flinke groei door. Het werkgebied van deze sector was zeer uitgebreid, het beperkte zich niet tot 't Gooi en West-Friesland maar ook in Purmerend, Monnickendam en Amstelveen en omgeving werden tuinen aangelegd en onderhouden. Vanwege deze drukte en het afnemend rendement van de bloemisterij werd enkele jaren later het filiaal in Blokker opgeheven. Veel mooie en aparte opdrachten werden in die jaren gerealiseerd. In die tijd groeide ook zoon Sander in het bedrijf. Mede onder zijn invloed werd het bedrijf verder uitgebreid en gemoderniseerd. In 2009 neemt Sander het bedrijf van zijn ouders over. Hij gaat verder als Floridus Tuin en Groen met activiteiten als tuinaanleg en onderhoud, sport en recreatie en een tuinwinkel. De bloemisterij stopt en de winkel is nog twee dagen per week (vrijdag en zaterdag) open als speciaalzaak voor alle tuinbenodigdheden. Wat altijd hoog in het vaandel heeft gestaan, namelijk advies en begeleiding, zet Sander voort. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. |
193. |
![]() |
Database nr.: 08792 (evenementen/08792.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Nibbixwoud (onbekend) Wijzend 9. Bruidegom Bruun Dekker belt aan bij het huis van zijn bruid Bep Dudink. Links de paardenstal, 1961. Interview met Hannie Jonker-Dudink, dochter van Cor Dudink en Alie Laan, 2011. Hannie is geboren op 29 december 1926. Cor Dudink (1901-1980) was de zoon van Dorus Dudink (1864-1946). ‘Vader Cor had het bedrijfje van mijn opa Dorus Dudink overgenomen. Opa Dorus woonde aan het Woudje waar nu nummer 7 is. Toen stonden daar drie huisjes, die zijn in 1980 gesloopt. De mensen noemden opa ook wel Dorus Kruk of stokke Dorus, omdat hij maar één been had en met een kruk liep. Het was wonderlijk hoe hij ondanks zijn handicap toch een zak met piepers op de wagen kon gooien. Mijn vader heeft het bedrijf overgenomen, ongeveer in 1929 en hij vestigde zich aan de Wijzend. Hij vervoerde aardappelen, groente, fruit en turf. Mijn moeder werkte niet mee in het bedrijf, want zij was heel erg doof. Ons gezin bestond uit acht kinderen, zes jongens en twee meisjes. Ik ben de oudste en ik moest al vroeg meehelpen op het bedrijf. Toen ik nog maar twaalf jaar was, ik zat nog op de lagere school, kwam vader mij nogal eens ophalen van school om hem te helpen. Meester Klaver zei dan: “Ga jij maar alvast.” Ik vond dat helemaal niet leuk, dan viel je zo op. Ik was liever na schooltijd met mijn vriendinnetjes meegegaan om te spelen. Vader had brood mee, dat we op de wagen opaten. ‘s Avonds om negen uur kwamen we thuis en dan sliep ik inmiddels al onder het zeil van de wagen. Toen ik 21 was en getrouwd, woonde ik op de Dorpsstraat tegenover de molen. Als vader langskwam met de wagen, stopten de paarden vanzelf. Ze wisten precies waar ik woonde en wilden niet verderlopen voordat pa koffie had gedronken. Vader moest geregeld met producten van de tuinders, die hij in de vroege ochtend ophaalde, naar de veiling in Wognum. Het gebeurde wel dat die producten doordraaiden. Dan moest vader ’s avonds alles weer ophalen en terugbrengen naar de tuinders. Zij moesten, indien mogelijk, alles opkuilen en later weer aanleveren als de handel toenam. Ook ging vader drie keer in de week naar Hoorn als het turfschip aankwam. Dan moest hij de turf ophalen voor de bakkers hier in de omgeving. Mijn vader was er één van een tweeling. De broers leken erg op elkaar en zaten vaak naast elkaar achter in de kerk. Het gebeurde meer dan eens dat de klanten vader een opdracht wilden geven, maar dan wisten ze niet wie van de twee ze moesten aanspreken. Van die verwarring kon de tweeling bar genieten. Niet al mijn broers hebben vader geholpen. Zo kon mijn broer Piet niet met de paarden overweg, hij lag er eens mee te water. Mijn oudste broer Jan, die wel heel veel deed, moest in 1961 in militaire dienst. Vader heeft het toen nog twee jaar alleen volgehouden, maar stopte een paar jaar later.’ Interview met Henk Dudink, zoon van Cor Dudink en Alie Laan, 2011. Henk is geboren op 7 februari 1946. Henk hoefde als jongste zoon nooit mee te helpen, maar hij herinnert zich toch wel het een en ander van zijn vaders bedrijf. ‘Vader heeft altijd heel hard moeten werken. Hij maakte dagen van vier uur in de ochtend tot negen uur in de avond. ’s Winters als het glad was, reed Jaap Ligthart voor vader, want dan konden de paarden niet lopen. Jaap had een vrachtwagen. Daar wilde vader nooit aan. Mijn moeder was heel doof, ze heeft altijd hard gewerkt voor het gezin. Vader ploegde en maaide ook zijn stukken pachtland. Het hooi was bestemd voor de paarden. De paardenstal stond vlak naast het huis. Toen hij in 1963 stopte en de paarden niet meer nodig waren, heeft hij nog een tijdje tweehonderd kippen in de paardenstal gehouden. De paarden gingen weg en de rest is verkocht aan transportbedrijf Cor Doodeman. Die deed het later weer over aan zijn schoonzoon, nu transportbedrijf Brandhoff aan de Oosterwijzend. Na een grondige verbouwing gingen mijn vrouw Agnes Deken en ik in 1974 in mijn ouderlijk huis wonen.’ Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. |
194. |
![]() |
Database nr.: 08842 (evenementen/08842.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Wognum (mei 1998) Ontwikkeling en realisatie van De Boogerd. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. Een lege vlakte, waar volgens planning De Boogerd gebouwd zal worden. In de jaren zeventig kwam de gemeente Wognum in een stroomversnelling terecht. Was het voordien een rustige plattelandsgemeente, in de jaren tussen 1960 en 1980 veranderde er heel veel. In 1972 waren de winkels globaal te vinden in twee gebieden in het dorp Wognum, wat verspreid in de Kerkstraat enerzijds en anderzijds in de Raadhuisstraat en directe omgeving. Die winkels waren: Bakkerij: Schoutsen Zuivelhandel: Koeman en Wit Slagerij: Rood en Koeleman Supermarkt: Veul met de Kroon Supermarkt Bazaar en textiel: Veeken Woninginrichting: Wijsman Verf en behang: Van Etten, Loos en Gorter Fietsen en elektrische artikelen: Boos, Kuip en Komen Kappers: Commandeur en Speets Schoenen: Van der Wee Benzine en brandstoffen: Kuip, Buisman en Van Zijl Cafés: Stam, Schut en Zwaan, Schut tevens met slijterij. Het aantal woningen in de kern Wognum bedroeg dat jaar 446 stuks met 1721 inwoners. Dit aantal was in de afgelopen tien jaar met circa 19% toegenomen. Deze groei werd hoofdzakelijk veroorzaakt door het overheidsbeleid, dat ervoor zorgde dat veel mensen uit de Randstad naar het platteland vertrokken. Deze ontwikkeling zette zich in de jaren zeventig voort met steeds meer nieuwbouw. Toen in 1975 de eerste fase van de nieuwe wijk Westergouw gereed was, betekende dit een uitbreiding van 260 woningen en een bevolkingstoename van 850 inwoners. Zo kon men eind 1975 spreken van zo'n 2800 consumenten. Het voorzieningenniveau was hier echter niet op berekend. De verspreid liggende winkels in het eigen dorp plus een volledig aanbod winkels onder handbereik in Hoorn, die steeds beter toegankelijk werden door vrijetijd en mobiliteit, zorgden voor een enorme koopkrachtafvloeiing. De gemiddelde koopkrachtafvloeiing bedroeg 65%, het meest in de non-foodsector. De gemeente maakte zich ernstig zorgen over de situatie. Berekeningen naar het aantal inwoners zou een uitbreiding van 285 m² food- en 425 m² non-foodwinkelvloeroppervlak rechtvaardigen. Het streven was de afvloeiing terug te dringen tot 45 à 50%. Het beste zou zijn, dacht men, om de twee bestaande winkelgebieden door middel van een nieuw centrum met elkaar te verbinden. |
195. |
![]() |
Database nr.: 08925 (evenementen/08925.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Wognum (onbekend) Spoorstraat 1. Aan de zijkant van het stationskoffiehuis. Achter v.l.n.r. moeder Alie Goutier, vader Jan en Alie. Voor v.l.n.r. Dora Goutier-de Greeuw, Gré Koeman-Goutier, circa 1960. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. In 1899 liet de eerste eigenaar, caféhouder Willem Veerman, het stationskoffiehuis bouwen, kort na de opening van de spoorlijn Wognum-Schagen in 1898. De oorspronkelijke bestemming veranderde in de loop der jaren van stationskoffiehuis, voor reizigers van de trein Hoorn-Medemblik-Schagen, in een soort veilingkantine en pleisterplaats voor aanvoerders en handelaren van de veiling. De laatste dikke veertig jaar, eigenlijk vanaf Remmert Deen, was het een café-bar. Na Willem Veerman, Dirk Koeten en Jacob Bruin zaten vanaf 1924 tot 1938 Piet en Naatje Kos-Dol in het café. Ze kwamen uit Winkel en dochter Lies was toen vijf jaar. Lies Gorter-Kos (1919-2001) vertelt: ‘Ik ben geboren in Winkel. We verhuisden in 1924 naar Wognum. We woonden in het stationskoffiehuis, een echt marktcafé, dat door mijn ouders werd beheerd. Wognum was een overstapstation. De tram van Schagen naar Wognum kwam hier aan en dan kon je overstappen op de tram van Medemblik naar Hoorn. Vroeger overnachtten hier veel veehandelaren, die dan de volgende morgen naar de Schager markt gingen. Het café was oorspronkelijk van de Veermannen. We hebben er tot 1938 gewoond. In dat jaar verdween de tram en met de veiling ging het ook niet best. Wij verhuisden naar het Oosteinde, vader werd bezorger bij Van Gend & Loos. Daarna heb ik zelf nog dertien jaar in café De Vier Heemskinderen gewerkt.’ De opvolger van Piet Kos was Jan Roemer, een oom van Tinus Stam, en voordien manufacturier op Kerkstraat 97. Jan vertrok in 1946 naar café De Morgenster aan het Koepoortsplein in Hoorn. Daarna verhuisde hij naar Den Bosch, waar hij een hotel-restaurant begon. Piet Mettes uit Sijbekarspel nam de zaak over van Jan Roemer. Piet was ook vrachtbezorger, commissionair en een bekend ijscoman. Zijn dochter Jo Haakman-Mettes (1935) vertelt: ‘Wij woonden aan de Wijzend in Nibbixwoud. Vanaf 1938 maakte mijn vader, Piet Mettes, hier al ijs. In 1946 kwamen we in het café. Al snel bouwde vader het schuurtje ernaast. Dit werd de ijsmakerij en ook werden hier de vier ijskarren gestald. Als er markt was, brachten we koffie naar de veiling. Veilingmensen kwamen ook bij ons koffiedrinken en vergaderen. Transporteurs staken bij ons op en ook het ‘gewone’ volk kwam bij ons ‘om een koppie of een drankie’. Mijn zus Mart hielp mijn vader vanaf het begin in het café. In 1956 vernieuwde vader het interieur van het café grondig. Johan Kuiper deed het timmerwerk, de firma Loos verrichtte het schilderswerk ‘in lichte tinten’. Mijn vader was best wel een beetje beroemd vanwege het lekkere ijs dat hij maakte. Iedere zondag stonden we op de Buurt met een ijskar. Ook maakte hij ijs voor het Sint Agnes. Vier ijskarren trokken elke zondag de wijde omtrek in. Alle kinderen moesten helpen. Natuurlijk stonden we ook op kermissen, bij feesten en evenementen. Vader bracht ook pakjes rond voor Van Gend & Loos. Die pakjes werden dan eerst bij ons thuis afgeleverd. Hij overleed in 1967 in Hoorn, 71 jaar oud.’ Jan Goutier volgde Piet Mettes op. Zijn zoon Jan Goutier jr. vertelt: ‘Vanaf de Oosteinderweg verhuisden wij naar de Spoorstraat. Het was januari 1958. Vader Jan zag er wel wat in om kastelein te worden, moeder Alie was iets minder enthousiast. Klandizie was er van de komende en gaande man, onder meer van de veiling, en er werd af en toe een feest gehouden. Ik herinner me dat Arie Jonker bij ons zijn 12½-jarig huwelijksjubileum vierde. Er ging toen iets niet helemaal goed met de kachelafvoer in het plafond. Het was zomer. De kachel, die normaal in het midden van het café stond, was eruit. Door een flinke regenbui was het wat gaan ‘ieren’. Tot verbijstering van de bruid vielen er wat donkerbruine druppels op haar jasje. Of Arie de hele bruiloft heeft betaald, is me niet bekend. De laatste twee jaar was het café meer dicht dan open. Naast de horeca werkte vader Jan als groenteboer-commissionair, samen met Arie Vijn uit Opperdoes. Begin 1963 verhuisden vader en moeder naar de Oude Hoornseweg 14 en in 1967 naar de Commandeurlaan. Daar overleed vader plotseling op 2 januari 1974, 66 jaar oud.’ Op 6 januari 1963, hun trouwdag, kwam het jonge kasteleinsechtpaar Remmert Deen en Annie Deen-Kraaijvanger naar de Spoorstraat. Het stationskoffiehuis, door hen voor ƒ 28.000,- gekocht van Jan Goutier, werd omgedoopt tot Remanybar. Remmert vertelt: ‘Ik was 24 en kwam uit Grootebroek.’ Annie vult hem aan: ‘Ik was nog maar 20 en kwam uit Onderdijk, waar mijn vader een café had. We wilden trouwen en gingen op zoek naar een huis. Op een dag had Rem iets gevonden en hij zei tegen me: “Ik heb een huis gevonden, maar er zit wel een café aan vast.” Zo belandden we in Wognum. We zijn er met helemaal niks begonnen. Onze drie kinderen zijn in Wognum geboren. In het begin had ik het gevoel alsof ik zo maar was weggeplukt bij m’n familie, alsof Remmert me ontvoerd had. Ik kreeg heimwee naar Onderdijk. Maar alles went uiteindelijk.’ Remmert vertelt verder: ‘Ik werkte ook als timmerman bij Piet Schouten in Nibbixwoud. Ik verdiende honderd gulden in de week. In 1967 hebben we een nieuwe bar in het café laten plaatsen. We hebben er al met al een mooie tijd gehad. Het voelde als één grote familie. In 1968 zijn we naar Lutjebroek vertrokken. Vandaar naar Grootebroek waar we ruim drie jaar de Black Horse Bar hadden. Voor ons was mijn vader Klaas Deen kastelein op die plek. Daarna heb ik het timmervak weer opgepakt. Inmiddels wonen we al weer vijfentwintig jaar in Medemblik.’ Nummer negen in de lange rij van eigenaren waren Wiebe Zwaan en Thea Zwaan-van Velzen. Hun zoon Frits Zwaan herinnert zich: ‘Feitelijk begonnen ze in december 1968, de opening was 15 maart 1969. De eerste paar jaar huurde vader Wieb het café van Remmert Deen, daarna werd het gekocht. Ik herinner me nog goed dat wij, de kinderen, het niet zo zagen zitten om naar de Spoorstraat te verhuizen. We hadden immers alle ruimte en vrijheid aan de Oosteinderweg, waar mijn vader een fruitkwekerij had. Maar eerlijk is eerlijk, de nieuwe locatie wende toch wel weer snel. Ik hielp regelmatig achter de bar, maar ook als ober en als diskjockey. Natuurlijk hielp ook de rest van de familie mee als dat nodig was. Legendarisch waren de feesten op Eerste Kerstdag. Onder leiding van Crazy Eef was de tent altijd bomvol. De andere kroegen in Wognum waren die dag dicht. Crazy Eef (Eef Bijpost) stond voor heel veel gezelligheid, ‘versterkt’ plaatjes draaien, meedrummen, drumstokken in de lucht gooien en ze niet meer kunnen pakken, een ruim en lekker biertje, blijven slapen op de bank in de kamer en de volgende ochtend, nog licht beneveld, achteruit met zijn eigen auto over z’n drumstel rijden. Mooie tijden! Ik herinner me dat Tinus Stam, Rob Hendriks en Jan Koeleman rondjes gaven voor de hele tent. Vader Wieb hield van gezelligheid, een praatje en biljarten. De juiste man op de juiste plek. Moeder Thea hielp trouwens ook heel vaak in het café. Al met al was het een prima periode. Mede hierdoor ben ik vervolgens flink de horeca ingerold.’ Dries en Vronie Romein kochten het café begin 1980. Van Remany Bar werd het Café-Bar Veronica. Ze verbouwden het pand en trokken het terras erbij. Het café werd flink groter en bood zodoende ook meer mogelijkheden. Vronie zegt kort en krachtig: ‘We hebben erg genoten en veel meegemaakt. ’t Was een mooie toid.’ Terug vanuit Limburg openden Jan en Anita Koster in oktober 1991 de deuren van ’t Boemeltje. Met Jans creatieve geest ging er een heel andere wind waaien door de Spoorstraat. Jan Koster aan het woord: ‘In de periode 1991-1996 hebben we mooie activiteiten meegemaakt in ’t Boemeltje. Bijvoorbeeld, in samenwerking met Nico van Vegten, de grote zomermarkt tijdens de Bellodagen met ruim zevenduizend bezoekers. Er waren zelfs verkeersregelaars nodig op de Oosteinderweg. Er waren helikoptervluchten, een kofferbakmarkt en een oldtimershow. Alles rondom het café met een markt van ruim honderd kramen. Dan was er het bezoek van de Kerstman tijdens de kerststoomtram met honderden bezoekers die bij ons chocolademelk kregen. Ook het Wognums Cultureel Festival zit in ons geheugen gegrift, met een eerste optreden van Ina Broekhuizen, de Moonliners en de band van Ruud van Etten. Het festival werd gepresenteerd door Frits Zwaan en de juryvoorzitter was Hans Bijman. Er waren modeshows, met deelname van Vera Stam, West-Friese dansgroepen, carnaval en nog veel meer. De bluegrass-avonden met Loek Lamers, veel bezoekers en een vol café. We organiseerden ook soundmixshows. Het was een prachtige tijd!’ De periode van ’t Stappertje brak eind 1996 aan. In dat jaar kocht Piet Loos het café van Jan Koster. Dochter Connie Loos runde de zaak een aantal jaren. Na verloop van tijd werd de drukte minder en was het voelbaar dat er ‘onheil’ in de lucht hing. De zaak werd gesloten. Alleen voor het 25-jarig huwelijksfeest van Dirk en Margreet Zuurbier-Zwaan in november 2003 ging het café nog één keer open. Daarna was het definitief gebeurd. Eind 2004 werd ‘t Stappertje voor de laatste keer verkocht, aan Roele De Vries, de dertiende eigenaar. Inderdaad: een ongeluksgetal. Ten behoeve van meer bedrijfsruimte buiten werd het aloude en bijna historische stationskoffiehuis na een dikke eeuw gesloopt. Het gebouw is verdwenen, de herinneringen zeker niet. Als tastbare herinnering koestert Frits Zwaan een origineel muuranker, buitgemaakt tijdens de sloop. ‘Heimwee’, zei Annie Deen eerder, ‘ik weet het zeker: het bestaat.’ Remmert Deen herinnert zich de volgende anekdote. ‘In 1965 hadden we voor een zaterdagavond klaverjassen georganiseerd. We hadden tot elf uur ’s avonds vergunning. Dat vonden we wel wat vroeg. Dus ik toog naar het gemeentehuis en vroeg aan burgemeester Commandeur verlenging tot twaalf uur. “Och, och, och, meneer Deen”, zei de burgemeester, “dan komen de jongens toch echt te laat thuis. En deken Stammeijer zal hier ook zeker niet blij mee zijn.” Onverrichterzake ging ik weer naar huis. Geen vergunning tot middernacht dus. Op de bewuste zaterdag komt burgemeester Commandeur ’s morgens op zijn fiets de Spoorstraat in rijden, met een rieten mandje in zijn hand. Hij had er nog eens over nagedacht. Ja, die vergunning tot twaalf uur ’s nachts was toch wel terecht. De kosten waren een daalder (ƒ 1,50), terstond te voldoen. Het rieten mandje was duidelijk bedoeld om iets in mee te krijgen. Met zes gratis flesjes bier in zijn mandje fietste burgemeester weer huiswaarts.’ |
196. |
![]() |
Database nr.: 08928 (evenementen/08928.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Wognum (onbekend) Spoorstraat 1. Dries en Vronie Romein achter de tap van hun Veronica Bar, 1981. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. In 1899 liet de eerste eigenaar, caféhouder Willem Veerman, het stationskoffiehuis bouwen, kort na de opening van de spoorlijn Wognum-Schagen in 1898. De oorspronkelijke bestemming veranderde in de loop der jaren van stationskoffiehuis, voor reizigers van de trein Hoorn-Medemblik-Schagen, in een soort veilingkantine en pleisterplaats voor aanvoerders en handelaren van de veiling. De laatste dikke veertig jaar, eigenlijk vanaf Remmert Deen, was het een café-bar. Na Willem Veerman, Dirk Koeten en Jacob Bruin zaten vanaf 1924 tot 1938 Piet en Naatje Kos-Dol in het café. Ze kwamen uit Winkel en dochter Lies was toen vijf jaar. Lies Gorter-Kos (1919-2001) vertelt: ‘Ik ben geboren in Winkel. We verhuisden in 1924 naar Wognum. We woonden in het stationskoffiehuis, een echt marktcafé, dat door mijn ouders werd beheerd. Wognum was een overstapstation. De tram van Schagen naar Wognum kwam hier aan en dan kon je overstappen op de tram van Medemblik naar Hoorn. Vroeger overnachtten hier veel veehandelaren, die dan de volgende morgen naar de Schager markt gingen. Het café was oorspronkelijk van de Veermannen. We hebben er tot 1938 gewoond. In dat jaar verdween de tram en met de veiling ging het ook niet best. Wij verhuisden naar het Oosteinde, vader werd bezorger bij Van Gend & Loos. Daarna heb ik zelf nog dertien jaar in café De Vier Heemskinderen gewerkt.’ De opvolger van Piet Kos was Jan Roemer, een oom van Tinus Stam, en voordien manufacturier op Kerkstraat 97. Jan vertrok in 1946 naar café De Morgenster aan het Koepoortsplein in Hoorn. Daarna verhuisde hij naar Den Bosch, waar hij een hotel-restaurant begon. Piet Mettes uit Sijbekarspel nam de zaak over van Jan Roemer. Piet was ook vrachtbezorger, commissionair en een bekend ijscoman. Zijn dochter Jo Haakman-Mettes (1935) vertelt: ‘Wij woonden aan de Wijzend in Nibbixwoud. Vanaf 1938 maakte mijn vader, Piet Mettes, hier al ijs. In 1946 kwamen we in het café. Al snel bouwde vader het schuurtje ernaast. Dit werd de ijsmakerij en ook werden hier de vier ijskarren gestald. Als er markt was, brachten we koffie naar de veiling. Veilingmensen kwamen ook bij ons koffiedrinken en vergaderen. Transporteurs staken bij ons op en ook het ‘gewone’ volk kwam bij ons ‘om een koppie of een drankie’. Mijn zus Mart hielp mijn vader vanaf het begin in het café. In 1956 vernieuwde vader het interieur van het café grondig. Johan Kuiper deed het timmerwerk, de firma Loos verrichtte het schilderswerk ‘in lichte tinten’. Mijn vader was best wel een beetje beroemd vanwege het lekkere ijs dat hij maakte. Iedere zondag stonden we op de Buurt met een ijskar. Ook maakte hij ijs voor het Sint Agnes. Vier ijskarren trokken elke zondag de wijde omtrek in. Alle kinderen moesten helpen. Natuurlijk stonden we ook op kermissen, bij feesten en evenementen. Vader bracht ook pakjes rond voor Van Gend & Loos. Die pakjes werden dan eerst bij ons thuis afgeleverd. Hij overleed in 1967 in Hoorn, 71 jaar oud.’ Jan Goutier volgde Piet Mettes op. Zijn zoon Jan Goutier jr. vertelt: ‘Vanaf de Oosteinderweg verhuisden wij naar de Spoorstraat. Het was januari 1958. Vader Jan zag er wel wat in om kastelein te worden, moeder Alie was iets minder enthousiast. Klandizie was er van de komende en gaande man, onder meer van de veiling, en er werd af en toe een feest gehouden. Ik herinner me dat Arie Jonker bij ons zijn 12½-jarig huwelijksjubileum vierde. Er ging toen iets niet helemaal goed met de kachelafvoer in het plafond. Het was zomer. De kachel, die normaal in het midden van het café stond, was eruit. Door een flinke regenbui was het wat gaan ‘ieren’. Tot verbijstering van de bruid vielen er wat donkerbruine druppels op haar jasje. Of Arie de hele bruiloft heeft betaald, is me niet bekend. De laatste twee jaar was het café meer dicht dan open. Naast de horeca werkte vader Jan als groenteboer-commissionair, samen met Arie Vijn uit Opperdoes. Begin 1963 verhuisden vader en moeder naar de Oude Hoornseweg 14 en in 1967 naar de Commandeurlaan. Daar overleed vader plotseling op 2 januari 1974, 66 jaar oud.’ Op 6 januari 1963, hun trouwdag, kwam het jonge kasteleinsechtpaar Remmert Deen en Annie Deen-Kraaijvanger naar de Spoorstraat. Het stationskoffiehuis, door hen voor ƒ 28.000,- gekocht van Jan Goutier, werd omgedoopt tot Remanybar. Remmert vertelt: ‘Ik was 24 en kwam uit Grootebroek.’ Annie vult hem aan: ‘Ik was nog maar 20 en kwam uit Onderdijk, waar mijn vader een café had. We wilden trouwen en gingen op zoek naar een huis. Op een dag had Rem iets gevonden en hij zei tegen me: “Ik heb een huis gevonden, maar er zit wel een café aan vast.” Zo belandden we in Wognum. We zijn er met helemaal niks begonnen. Onze drie kinderen zijn in Wognum geboren. In het begin had ik het gevoel alsof ik zo maar was weggeplukt bij m’n familie, alsof Remmert me ontvoerd had. Ik kreeg heimwee naar Onderdijk. Maar alles went uiteindelijk.’ Remmert vertelt verder: ‘Ik werkte ook als timmerman bij Piet Schouten in Nibbixwoud. Ik verdiende honderd gulden in de week. In 1967 hebben we een nieuwe bar in het café laten plaatsen. We hebben er al met al een mooie tijd gehad. Het voelde als één grote familie. In 1968 zijn we naar Lutjebroek vertrokken. Vandaar naar Grootebroek waar we ruim drie jaar de Black Horse Bar hadden. Voor ons was mijn vader Klaas Deen kastelein op die plek. Daarna heb ik het timmervak weer opgepakt. Inmiddels wonen we al weer vijfentwintig jaar in Medemblik.’ Nummer negen in de lange rij van eigenaren waren Wiebe Zwaan en Thea Zwaan-van Velzen. Hun zoon Frits Zwaan herinnert zich: ‘Feitelijk begonnen ze in december 1968, de opening was 15 maart 1969. De eerste paar jaar huurde vader Wieb het café van Remmert Deen, daarna werd het gekocht. Ik herinner me nog goed dat wij, de kinderen, het niet zo zagen zitten om naar de Spoorstraat te verhuizen. We hadden immers alle ruimte en vrijheid aan de Oosteinderweg, waar mijn vader een fruitkwekerij had. Maar eerlijk is eerlijk, de nieuwe locatie wende toch wel weer snel. Ik hielp regelmatig achter de bar, maar ook als ober en als diskjockey. Natuurlijk hielp ook de rest van de familie mee als dat nodig was. Legendarisch waren de feesten op Eerste Kerstdag. Onder leiding van Crazy Eef was de tent altijd bomvol. De andere kroegen in Wognum waren die dag dicht. Crazy Eef (Eef Bijpost) stond voor heel veel gezelligheid, ‘versterkt’ plaatjes draaien, meedrummen, drumstokken in de lucht gooien en ze niet meer kunnen pakken, een ruim en lekker biertje, blijven slapen op de bank in de kamer en de volgende ochtend, nog licht beneveld, achteruit met zijn eigen auto over z’n drumstel rijden. Mooie tijden! Ik herinner me dat Tinus Stam, Rob Hendriks en Jan Koeleman rondjes gaven voor de hele tent. Vader Wieb hield van gezelligheid, een praatje en biljarten. De juiste man op de juiste plek. Moeder Thea hielp trouwens ook heel vaak in het café. Al met al was het een prima periode. Mede hierdoor ben ik vervolgens flink de horeca ingerold.’ Dries en Vronie Romein kochten het café begin 1980. Van Remany Bar werd het Café-Bar Veronica. Ze verbouwden het pand en trokken het terras erbij. Het café werd flink groter en bood zodoende ook meer mogelijkheden. Vronie zegt kort en krachtig: ‘We hebben erg genoten en veel meegemaakt. ’t Was een mooie toid.’ Terug vanuit Limburg openden Jan en Anita Koster in oktober 1991 de deuren van ’t Boemeltje. Met Jans creatieve geest ging er een heel andere wind waaien door de Spoorstraat. Jan Koster aan het woord: ‘In de periode 1991-1996 hebben we mooie activiteiten meegemaakt in ’t Boemeltje. Bijvoorbeeld, in samenwerking met Nico van Vegten, de grote zomermarkt tijdens de Bellodagen met ruim zevenduizend bezoekers. Er waren zelfs verkeersregelaars nodig op de Oosteinderweg. Er waren helikoptervluchten, een kofferbakmarkt en een oldtimershow. Alles rondom het café met een markt van ruim honderd kramen. Dan was er het bezoek van de Kerstman tijdens de kerststoomtram met honderden bezoekers die bij ons chocolademelk kregen. Ook het Wognums Cultureel Festival zit in ons geheugen gegrift, met een eerste optreden van Ina Broekhuizen, de Moonliners en de band van Ruud van Etten. Het festival werd gepresenteerd door Frits Zwaan en de juryvoorzitter was Hans Bijman. Er waren modeshows, met deelname van Vera Stam, West-Friese dansgroepen, carnaval en nog veel meer. De bluegrass-avonden met Loek Lamers, veel bezoekers en een vol café. We organiseerden ook soundmixshows. Het was een prachtige tijd!’ De periode van ’t Stappertje brak eind 1996 aan. In dat jaar kocht Piet Loos het café van Jan Koster. Dochter Connie Loos runde de zaak een aantal jaren. Na verloop van tijd werd de drukte minder en was het voelbaar dat er ‘onheil’ in de lucht hing. De zaak werd gesloten. Alleen voor het 25-jarig huwelijksfeest van Dirk en Margreet Zuurbier-Zwaan in november 2003 ging het café nog één keer open. Daarna was het definitief gebeurd. Eind 2004 werd ‘t Stappertje voor de laatste keer verkocht, aan Roele De Vries, de dertiende eigenaar. Inderdaad: een ongeluksgetal. Ten behoeve van meer bedrijfsruimte buiten werd het aloude en bijna historische stationskoffiehuis na een dikke eeuw gesloopt. Het gebouw is verdwenen, de herinneringen zeker niet. Als tastbare herinnering koestert Frits Zwaan een origineel muuranker, buitgemaakt tijdens de sloop. ‘Heimwee’, zei Annie Deen eerder, ‘ik weet het zeker: het bestaat.’ Remmert Deen herinnert zich de volgende anekdote. ‘In 1965 hadden we voor een zaterdagavond klaverjassen georganiseerd. We hadden tot elf uur ’s avonds vergunning. Dat vonden we wel wat vroeg. Dus ik toog naar het gemeentehuis en vroeg aan burgemeester Commandeur verlenging tot twaalf uur. “Och, och, och, meneer Deen”, zei de burgemeester, “dan komen de jongens toch echt te laat thuis. En deken Stammeijer zal hier ook zeker niet blij mee zijn.” Onverrichterzake ging ik weer naar huis. Geen vergunning tot middernacht dus. Op de bewuste zaterdag komt burgemeester Commandeur ’s morgens op zijn fiets de Spoorstraat in rijden, met een rieten mandje in zijn hand. Hij had er nog eens over nagedacht. Ja, die vergunning tot twaalf uur ’s nachts was toch wel terecht. De kosten waren een daalder (ƒ 1,50), terstond te voldoen. Het rieten mandje was duidelijk bedoeld om iets in mee te krijgen. Met zes gratis flesjes bier in zijn mandje fietste burgemeester weer huiswaarts.’ |
197. |
![]() |
Database nr.: 08939 (evenementen/08939.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Wognum (onbekend) Hoornseweg 5. Antoon de Wit in zijn rijdende winkel. Het is een van zijn laatste ritten in mei 1988. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. Piet Bruin was een kleine veehouder, die eigen melk uitventte. Bij grossier Van der Deure uit Enkhuizen kocht hij boter en kaas. Later betrok hij deze producten van de zuivelfabriek De Verwachting aan de Oude Gouw. Hij bezorgde met een bakfiets. In 1958 kochten Antoon de Wit en zijn vrouw Riet Molenaar het boerderijtje, de motorbakfiets en de klandizie. Daarvoor werkte Antoon als vertegenwoordiger bij Clay in Hoorn, een grossier in levensmiddelen. Al verschillende keren had Bruin hem gevraagd of hij de zaak over wilde nemen. Het werkgebied besloeg het dorp Wognum, de Grote Zomerdijk, de Kerkweg, het Oosteind tot het zwembad, de Oude Hoornseweg, de Hoornse weg en de Oude Gouw. Later kocht Antoon er klanten van het Oosteind bij van Joop Klein uit Nibbixwoud. Antoon vertelt: ‘Die klanten kocht je per liter.’ Na de bakfiets volgde een motorcarrier. Daarvoor was een motorrijbewijs nodig. Voor op de bak stond een 50-liter melkbus met een kraantje eraan. Daaruit tapte Antoon de melk en schonk die in de emmertjes van de klanten. Op een bord stond ‘Zuivelhandel A. de Wit Hoornseweg 5’. Later kwam er gesteriliseerde melk in glazen flessen en naderhand de pakken met melk, karnemelk en toetjes. Riet de Wit-Molenaar was verantwoordelijk voor de winkel. In eerste instantie werden daar melkproducten, eieren en jam verkocht, later ook koek en snoep. Een slechte herinnering heeft Riet aan een ongenood bezoek van zeven of acht zigeunerinnen. Zij stapten uit een busje en kwamen het bruggetje naar de winkel over. Riet: ‘Ik was alleen thuis met onze vier kinderen. Ik zei tegen ze dat ze mee moesten komen en in de hal tussen de winkel en het huis moesten blijven staan. Dat deden ze. De vrouwen konden dus niet in huis komen. Ze namen wel wat snoep en koek mee uit het rek, dat zagen de kinderen. Ze wilden kaas hebben en dat moest gesneden worden. Gelukkig kwam Antoon toen thuis, hij ging de kaas pakken en wegen. Daarna dropen de vrouwen af.’ Langzamerhand breidde het assortiment zich uit. Antoon kocht een rood Volkswagenbusje bij Jan Schuit. Daarna kwam er een grotere bus met een aanhanger en nog later een rijdende winkel. Eerst één van vijf meter lengte en vervolgens één van acht meter. SRV, Karsten in Blokker, leverde alle spullen. Antoon verkocht vrijwel alles in zijn rijdende winkel: fruit, groente, brood, levensmiddelen en zuivelproducten. Groente en fruit haalde hij bij de veiling en bij particulieren, brood bij bakker Schoutsen in Wognum. Ook de bewoners van Sweelinckhof hoorden later bij zijn wijk. Toen Antoon in 1988 afscheid nam, ontving hij veel bedankjes en zijn huis stond vol bloemen en kaarten. Nog vaak zeiden de mensen: ‘Oh, melkboer, je hadde nooit weggaan moeten.’ In 1996 werd het huis verkocht en gingen Antoon en Riet wonen op ’t Bon in Wognum. |
198. |
![]() |
Database nr.: 08980 (evenementen/08980.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Wognum (onbekend) Oude Hoornseweg 3. Het interieur met Nico Kooter, tante Jo en Joke Kooter. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. Dit karakteristieke huis valt op door de trapgevel en door het feit dat het dicht aan de weg staat. Eerst stond hier een andere woning: een pand van metselaars/aannemers. Dit huis stond meer naar achteren op het erf. Zeker in 1814 woonde daar Klaas Kommer, metselaar, en vervolgens Jan van Westen. Die verkocht het huis in 1855 aan C. Forma te Hoorn. Op 31 oktober 1860 kocht Jan Kooter het oude pand voor ƒ 1065,-. Jan Kooter bouwde het huidige pand. Ook hij was aannemer/metselaar. Hij bouwde onder andere de hervormde pastorie aan de Raadhuisstraat. Na hem kwam zijn zoon Piet Kooter, kruidenier en brandstoffenhandelaar, hier wonen. Piet overleed in 1918. De zaak werd voortgezet door zijn weduwe en zijn zoon Nico onder de naam Fa. Kooter. Nico Kooter was hier kruidenier tot 1970, zijn broer Jan Kooter zette tot 1965 de brandstoffenhandel voort op de plaats van Maarten Keuning aan de Kerkstraat. De Hoornse Spaarbank was enige tijd in het pand gevestigd. Daarna werd het woonhuis. Joke Kooter, dochter van Nico Kooter en Geertje Klaver, vertelt: ’Mijn opa Piet Kooter overleed in 1918 aan de Spaanse griep. Mijn vader was toen achttien jaar en de oudste van tien kinderen. Hij kwam in de winkel, zijn zussen gingen naar kostschool. Onder het huis zat een verschrikkelijke grote kelder. We verkochten kruidenierswaren en ook drogisterij-artikelen, ansichtkaarten, koek en snoep. De bak met stroop was eerst in de kelder. Die stroop werd los verkocht. Dan moest je met een pollepel vol stroop al draaiend naar de weegschaal lopen. Mijn moeder overleed in 1945. Toen zijn alle vijf kinderen in andere gezinnen terechtgekomen. Mijn broer Peter en ik kwamen bij ome Jan en tante Jansje Kooter in huis. Ome Jan was een broer van mijn vader. Vader kwam alle dagen bij ons eten. We begrepen wel dat hij niet voor ons kon zorgen, hij moest rondvragen en wegbrengen. Peter heeft een half jaar in de winkel gewerkt en ik heb van 1955 tot m’n trouwen in 1963 bij pa gewerkt. Daarna kwamen Ria Karsten en Fia Wit. De winkel is in de jaren zestig verbouwd en gemoderniseerd. Burgemeester Commandeur verrichtte de opening.’ |
199. |
![]() |
Database nr.: 09025 (evenementen/09025.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Wognum (onbekend) Raadhuisstraat 2. Jan Koeleman achter de toonbank. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. Het pand Raadhuisstraat 2 is vanaf het begin, omstreeks 1882, een slagerij geweest. De eerste slager was Klaas Veken. Van 1908 tot 1928 was Jan Schenk slager, na hem kwam Piet Tromp in het pand. Toen in circa 1927 de familie Stam nog in Wognum woonde, werkte Dolf Stam op 14-jarige leeftijd al bij Jan Schenk als slagersknecht. Het gezin Stam vertrok echter richting Mijdrecht en Dolf ging mee. Vader Stam verdiende daar de kost met turfsteken. De jonge Dolf ging in Mijdrecht werken bij slagerij Van Zon. Later verhuisde Dolf naar Zaandam om ook daar te werken in een slagerij. In 1939 trouwde hij met Margareta Karsten uit Spanbroek. Op 11 mei 1943 nam Dolf Stam de slagerij van Piet Tromp aan de Raadhuisstraat over. Al snel had hij zelf wat slachtvee, daar handelde hij ook in. Als knecht werd Arie Komen in dienst genomen. Arie woonde boven de kleuterschool in het Piusgebouw naast de katholieke kerk. Ondanks de risico’s ging Dolf in de oorlog clandestien met een motorschuit naar Ilpendam om te slachten, want er moest vlees zijn voor de slagerij. Tijdens de oorlog is Dolf met andere Wognumers opgepakt door de Duitsers. Samen met Arie Veken wist hij gelukkig in Drenthe te ontsnappen. Beiden bereikten Stavoren en stapten daar op een vissersboot waarop zij, plat liggend onder de vloer, meevoeren naar Enkhuizen. Hier kwamen ze aan wal en keerden weer terug naar Wognum. Dolf Stam hield ook kalveren en varkens voor de slacht. Die stonden in de schuur achter de slagerij. Altijd had Stam daar wel zeugen met biggen. Een keer wierp een zeug zelfs 21 biggen. In de winter hield hij zes of zeven mestkalveren en bij verschillende particulieren en ook bij de bakker stonden zijn varkens, die onder andere gevoerd werden met brood dat niet werd verkocht. Dolf was ook veehandelaar, hij handelde voor collega-slagers in de omtrek. Op een weiland langs de A.C. de Graafweg ten zuiden van Benningbroek had hij zo’n 75 koeien (blaarkoppen) op 32 bunder land. Zoon Jan (1940), de oudste van het gezin, was nog maar tien jaar toen hij op woensdagmiddag langs de klanten werd gestuurd om leverworst te verkopen. De prijs was 90 cent voor een worst van ongeveer 700 gram. Soms had Jan aan het eind van de rit wat leverworst over, dat verkocht hij op de terugweg voor 70 cent. Een ‘vaste klant’ stond Jan dan op te wachten om daarvan te profiteren, maar van hem moest Jan al snel niets meer hebben. Hij zei tegen die klant: ‘Dan gooi ik ze nog liever te water.’ En hij fietste snel door. Jan deed alle weken zijn ronde en toen hij een jaar of twaalf was ging hij ook vaak met een onsje biefstuk op weg naar kraamvrouwen tot in de wijde omgeving. Toen hij veertien was, ging hij vaak mee met zijn vader in de Opel Blitz koeien van het land aan de A.C. de Graafweg halen voor de slacht. Er konden drie koeien in de Opel. Als soms de derde koe met geen mogelijkheid in de auto te krijgen was, moest Jan die maar lopend naar het slachthuis aan de Van Dedemsvaartstraat in Hoorn brengen. Onderweg liep hij via de Nieuweweg om thuis bij moeder even een broodje te eten en wat te drinken. Hij zette dan de koe vast aan het hek van de Pijp, de brug over de Nieuwewegsloot. Daarna liep hij verder met de koe naar Hoorn, leverde die af bij het abattoir en ging vervolgens door naar school. Er werd hard gewerkt door vader en zeker ook door moeder Stam om het gezin met acht kinderen - Jan, Sjaak, Dolf, Els, Ko, Kees, Peter en Trudy - te eten te geven. Het handelen werd Jan op jonge leeftijd al geleerd door zijn vader. Zo kocht hij op z’n veertiende al de kalfjes bij boeren in de omtrek. Als er een dood lammetje op de boerderij was, kocht hij dat ook voor een kwartje. De dieren nam hij mee naar huis om ze na schooltijd te villen. Vader Dolf verkocht de velletjes voor Jan op de koemarkt in Purmerend. Arie Komen werkte tot circa 1954 bij de familie Stam, daarna kwam Piet Roozendaal als slagersknecht in de zaak. Rond 1954 werd zelfs een filiaal gestart in Amsterdam aan de Davisstraat 34, waar Jan Appel de scepter zwaaide. In die tijd, zo vertelde Jan Stam, ging hij met de trein op en neer naar Amsterdam voor ƒ 1,80. Het ideaal van vader Dolf was dat iedere zoon een eigen slagerij zou hebben. Helaas heeft hij dat niet mogen meemaken: in 1958 stierf hij op 44-jarige leeftijd. De zaak werd door moeder Stam samen met Jan en knecht Piet Rozendaal voortgezet. In 1959 werd de zaak in Amsterdam van de hand gedaan. Jan trad in de voetsporen van zijn vader, ook de handel in vee werd voortgezet. In 1961 vertrok Piet Rozendaal, John Bing nam voor korte tijd zijn plaats in. Toen in 1963 Jan Stam uit de slagerij vertrok, kwam Dolf jr. weer thuis in de zaak. In 1964 kocht Jaap Bakker de slagerij. In dat jaar stond er nog een grote marmeren vitrine als etalage bij het grote voorraam. Lange tijd werd er geslacht op maandagmorgen en dinsdag hingen dan de halve varkens aan de haken langs de kant tentoongesteld voordat ze werden klein gesneden en verdeeld. Later kwam er een gekoelde toonbank voor de vleeswaren. Vanaf 1964 tot 1969 was Jaap Bakker slager in het pand aan de Raadhuisstraat. In die tijd werkte Jan Koeleman uit Nibbixwoud als slagersknecht bij Bakker. Jan had al de nodige ervaring opgedaan bij slagerij Paauw in Hoorn, slagerij Wever in Waarland en slagerij N. Koeleman in ’t Zand. Jan wilde graag zelf een slagerij beginnen. Toen Jaap Bakker liet doorschemeren dat hij de slagerij wel van de hand wilde doen, zag Jan dan ook zijn kans schoon. Hij wilde de slagerij met woning en al kopen. Jan had al vier jaar verkering met Tiny Kok, ze trouwden en gingen op 1 juni 1969 het avontuur aan. Na wat moderniseren ging hun zaak op 1 juli open. Er was in de eerste tien jaar veel ‘uitbreng’, zelfs naar Zwaagdijk tot de Van der Deureweg aan toe. Ook naar klanten in de Leekermeer, Baarsdorpermeer, Zuidermeer en Spierdijk, Noordermeer, Grote en Kleine Zomerdijk, Wadway en de A.C. de Graafweg. De klanten werden zeker twee maal per week bezocht, eerst rondvragen en later bezorgen. Soms moest de knecht tien dagen lang één ons biefstuk bezorgen bij een kraamvrouw. De meeste klanten betaalden alle zaterdagen, sommige lieten het opschrijven en waren altijd achter met betalen. Je had klanten om de week en andere om de maand. Protestants en katholiek waren ook bepalend voor de klantenkring. Tot 1985 runden Jan en Tiny de zaak. In dat jaar werd de slagerij verplaatst naar de Vezo-supermarkt in De Boogerd. Het pand aan de Raadhuisstraat werd verbouwd en tot woning ingericht. De worstmakerij en rokerij bleven echter in bedrijf tot 31 december 1998. Een anekdote verteld door Jan Koeleman. Slager Bakker had het toenmalige zusterhuis Sint Agnes om de maand als klant, afwisselend met slager Deugd. Nou gebeurde het wel eens dat de nieuwe maand op zondag inging. Dan belde hij vrijdag de keukenzuster op met de vraag of zij de bestelling al kon doorgeven want de maand voor slager Deugd was immers om. Dat deed zuster en handenwrijvend maakte Jaap Bakker de grote bestelling klaar. Die zou zaterdagmorgen gebracht worden door de knecht. Maar toen op zaterdagmorgen de andere slager ook vroeg of zuster de bestelling door kon geven, werd slager Bakker weer gebeld. Zuster wees hem op het feit dat de nieuwe maand pas op zondag inging en zijn bestelling werd geannuleerd. Dit natuurlijk tot woede van Jaap Bakker. |
200. |
![]() |
Database nr.: 09043 (evenementen/09043.jpg)
Winkels en bedrijven - tot uw dienst Wognum (onbekend) Raadhuisstraat 4. Vanaf het balkon van Raadhuisstraat 4 werd vaak gefotografeerd. Zie het betreffende artikel in het boek "Tot uw dienst" uit 2014. Tot 1901 was Ariën Zijp de bewoner van het pand Raadhuisstraat 4 en daarna Klaas Winkel. Klaas Winkel dreef een wijnhandel in Hoorn. Toen hij begin 1931 overleed, werd zijn weduwe Elisabeth Otter eind 1931 officieel eigenares van het pand. In 1941 werd het pand overgenomen door Ad Oud en werd het een kapperszaak onder de naam Het Kappershuis. Vanaf 1950 kwam Piet Breg hier wonen, de naam bleef gehandhaafd. Wel volgde er een verbouwing, kapsalon Breg kreeg een ‘nieuwe’ voorgevel. Aan de linkerzijgevel werd een raamkozijn verwijderd om zo een blinde muur te creëren. Dat was nodig om in de zaak meer spiegels en kapstoelen te kunnen plaatsen. In de voorgevel werden twee kozijnen vervangen door een groot etalagekozijn met als doel meer licht in de zaak en een betere herkenbaarheid. De toegangsdeur in de voorgevel was zowel voor de zaak als voor de woning. De gangwand was voorzien van lambrisering en er lag zijl als vloerbedekking. De toegangsdeur naar de zaak zat linksvoor in de gang maar werd verplaatst naar achteren. Bij binnenkomst kon je linksaf naar de damessalon en rechtsaf naar de herensalon. Ondanks de drukte die de zaak met zich meebracht, bestond het gezin Breg al na vier jaar uit vijf kinderen. ‘En toen nog zonder een tweeling’, vertelt mevrouw Breg. Zij hielp haar man Piet bij het krullen zetten en alle andere voorkomende werkzaamheden. Rond 1956, toen het gezin al zeven kinderen telde, werd besloten om de bovenverdieping te verbouwen. De ‘tussenwanden’ van gordijnen, waarmee meerdere slaapkamers waren gecreëerd, werden vervangen door echte wanden. Maar zeven kinderen, waar laat je die allemaal als de bovenverdieping tijdens de verbouwing overhoop ligt? De oplossing werd gevonden in de schuur. Daar werden ‘gewoon’ op de zwarte grond bedden geplaatst waar de kinderen, vrij van de grond, sliepen. Na de verbouwing, uitgevoerd door buurman Johan Kuiper Technisch Installatiebureau, konden de kinderen op de keurig verbouwde bovenverdieping terugkeren. In de zaak werd Anneke van der Heide aangenomen want mevrouw Breg had het druk met haar gezin dat uit tien kinderen bestond: vier jongens en zes meisjes, waaronder de tweeling Jos en Hans. De laatste twee jaar werd de zaak gerund door Anneke van der Heide samen met dochter Ria Breg. Na negentien jaar zag mevrouw Breg zich genoodzaakt het pand over te doen aan de familie Speets. Zij kondigde dit besluit aan in de krant. In diezelfde aankondiging deelde Betty Speets mee: ‘Voorlopig kunnen wij helaas alleen op woensdag, vrijdag en zaterdag de salon openstellen. Zodra een aantal moderniseringen zijn aangebracht hopen wij u dagelijks van dienst te kunnen zijn.’ Na deze modernisering werd op maandag 3 maart 1969 de nieuwe Salon Angelique, vernoemd naar dochter Angelique (1), geopend door burgemeester Commandeur. Die merkte op dat deze zaak in zijn ambtsperiode al voor de derde keer werd heropend na een verbouwing. Niet zonder chauvinisme complimenteerde hij mevrouw Speets dat zij juist Wognum had uitgekozen om haar kundigheden als kapster tot uiting te brengen. Hij zei zeer verheugd te zijn met het feit dat het dorp weer twee kapperszaken rijk was, iets wat voor een snelgroeiende gemeente van groot belang was. ‘Tot besluit kwam het verzoek van mijn vader en moeder aan de burgemeester om een haarlok van mij af te knippen en de salon voor geopend te verklaren’, vertelt Angelique Speets. In de salon werden veel bruidjes door Betty Speets en haar medewerksters, onder wie Lummie Anthonisse, Elly de Boer, Joke Schoutsen en Coby van Hal, voorzien van een prachtig kapsel. Aan de voorkant van de het pand was een balkon gesitueerd op de eerste verdieping. Angelique vertelde dat daar door fotografen menigmaal handig gebruik van is gemaakt om de bruidsparen te fotograferen die op de trap van het gemeentehuis aan de overkant stonden. Ook werden er soms shows verzorgd in café Stam. Angelique vertelt dat haar vader Piet in 1972 bij het aanleggen van centrale verwarming in de vloer aan het hakken was. Hij stuitte daarbij op een kleine kelder waar tot zijn verrassing drankflessen lagen. Jammer genoeg waren ze allemaal leeg. Bij de overname van het pand was Piet Speets al geruime tijd werkzaam bij Peter Bakker autoverhuur en leasing. Op 1 oktober 1973 begon Piet Speets met Taxibedrijf Speets. Met zijn Mercedes, die ook als trouwauto kon worden ingezet, en een Hanomag-busje wilde hij vooral in de nachtelijke uren gezelschappen vervoeren die gezellige bijeenkomsten hadden bezocht. Piet ging er daarbij van uit dat het voor bezitters van een rijbewijs voordeliger zou blijken te zijn een taxi of busje te laten rijden dan een boete wegens het onder invloed besturen van een auto te riskeren. Het busje werd overdag ingezet voor rijwerk voor garage Jonk in Purmerend. Piet Speets was in die tijd voornemens de voertuigen niet zonder chauffeur te verhuren. Maar het bedrijf werd al snel groter en de bedrijfsnaam veranderde in Taxi 2000. De taxi en auto’s konden daarna zowel met als zonder chauffeur worden gehuurd. In 1977 besloten Piet Speets als partner samen te werken met Peter Bakker. Zo ontstond het bedrijf Autoverhuur Combinatie B.V. In 1980 werd een nieuw pand betrokken aan de Geldelozeweg 11 in Hoorn. Taxi- en groepsvervoer bleven echter aan de Raadhuisstraat. Peter Bakker verhuurde zo’n honderd auto’s terwijl Piet Speets met behulp van negen parttime chauffeurs het groepsvervoer regelde. Betty Speets stopte in 1975 met de kapsalon. Zij wilde voor haar dochters Angelique en Melissa zorgen en haar man bijstaan met de boekhouding van het taxibedrijf. Vanaf die tijd werd de salon verhuurd aan Theo Doodeman. Hij ging verder onder de naam Salon Angelique, maar hij had zijn eigen personeel. Twee van deze medewerksters, Margriet en Yvonne Conijn, hebben een eigen kapsalon in Opmeer en Nibbixwoud. In 1990 beëindigden Piet en Betty Speets hun middenstandsactiviteiten. Het pand werd verkocht aan Frans van Beersum. Sinds 2007 wordt het pand bewoond door Jos en Nel Ursem, zij brachten de voorgevel terug in de oorspronkelijke staat. |
201. |
![]() |
Database nr.: 09779 (evenementen/09779.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (onbekend) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. Hier zien we M. van der Deure. |
202. |
![]() |
Database nr.: 09780 (evenementen/09780.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (onbekend) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. Hier zien we P. Houtkoper met een kind van buurman Slijkerman. |
203. |
![]() |
Database nr.: 09782 (evenementen/09782.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (onbekend) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. Hier zien we A. Berkhout-Houtkoper. |
204. |
![]() |
Database nr.: 09791 (evenementen/09791.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (onbekend) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. De personen zijn ons onbekend. |
205. |
![]() |
Database nr.: 09797 (evenementen/09797.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (ca 1880) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. Hier zien we A. van der Deure Dit is waarschijnlijk Antje van der Deure. Geboren in 1851 in Opmeer. In 1875 gehuwd met Gijsbert Houter. Zij woonden op de boerderij "De Schoutsplaats" aan de Kleine Zomerdijk alwaar zij een boerenbedrijf hadden en een groot gezin stichtten. |
206. |
![]() |
Database nr.: 09810 (evenementen/09810.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (onbekend) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. De Westfriese stolpboerderij “Postgalei” op het huidige adres Kerkstraat 29, voorheen Westeinde C69, was vanaf ~1886 bewoond door o.a. Willem Kooyman en Maarke Winkel die op 2 mei 1886 in het huwelijk traden in Wognum. In de zuidmuur zit nog de oude voordeur met datering 1643, wat de aanzienlijke ouderdom van de boerderij weergeeft. De naam Kooyman komt uit Wervershoof, de naam Winkel is al langer verbonden met de boerderij. De naam Postgalei is afgeleid van het laatste “Fluitschip” “de Postgalei”van de boer/zeevaarder Jan Cornelisz Winkel, 1738 – 1796. Dit Fluitschip, 185 lasten groot, was gebouwd in de Zaan en is bij zijn laatste terugreis uit een Portugese haven, vergaan bij Callantsoog op 29 november 1769. Bewoning in de periode ~1920 tot 1975 van de Postgalei. Zoon Klaas Kooyman (26 okt. 1889 - 27 nov. 1982), trad ~1919 in het huwelijk met Marijtje Houtkooper (14 jan. 1893 – 24 april 1979) uit Benningbroek en ze bewoonden dus samen met Wim Kooyman en Maarke Kooyman Winkel de boerderij. In 1929 overleed Maarke Kooyman-Winkel, Wim Kooyman overleed in 1950. |
207. |
![]() |
Database nr.: 09818 (evenementen/09818.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (ca 1940) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. Hier zien we Wim Kooijman. |
208. |
![]() |
Database nr.: 09828 (evenementen/09828.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (onbekend) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. Hier zien we Maarke Kooijman met broer Wim, kinderen van Klaas Kooijman |
209. |
![]() |
Database nr.: 09841 (evenementen/09841.jpg)
Wognum - foto's uit archief van de familie Kooyman-Houtkoper van boerderij De Postgalei Wognum (onbekend) Foto betreffende de familie's Winkel-Kooyman-Houtkoper enz. van de Postgalei. Hier zien we Klaas Kooijman tijdens het “kalveren”. |
210. |
![]() |
Database nr.: 09914 (evenementen/09914.jpg)
RK Kleuterschool Wognum Wognum (onbekend) Rechs op deze foto zuster Lebuina De overige namen op de foto zijn ons onbekend. Wie helpt? |
Begin Vorige 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Volgende Eind
Laatste wijziging binnen getoonde foto's: 15 september 2022